Laatste week in Lusangazi

13 juli 2013 - Mzuzu, Malawi

Ondertussen ben ik al twee weken terug in Nederland. Toch ontbreken de laatste twee weken in Malawi nog in mijn reisverhalen. Om het toch mooi af te ronden, wil ik deze twee weken met twee nieuwe reisverhalen gaan vertellen waarvan dit de eerste is. Het laatste verhaal staat er nu ook op inclusief alle nieuwe foto’s. Als je dus tijd over hebt, kan je die tijd op mijn reisblog doorbrengen, want de verhalen zijn wat groot uitgevallen. Veel plezier met lezen! Dit reisverhaal: de één na laatste week in Malawi, de laatste week bij de missie en mijn gastgezin.

Het weekend voor deze week bracht ik echter niet door bij de missie, maar had ik besloten om meer van het land te zien. Daarom vertrok ik richting het Viphya Forest Reserve wat erg dichtbij de missie ligt. Dat was dan ook de hoofdreden om daar naartoe te reizen, want het bos zelf houdt niet veel in.

Ik reisde alleen en hoopte op het krijgen van een lift vanaf de roadblock bij Lusangazi. De politiemensen daar waren gelukkig in een goede bui en ik mocht naast hen plaats nemen op een bankje, terwijl zij een auto voor me gingen uitzoeken. Daar zat ik dan, tussen alle automatische wapens die de verkeerspolitie had.

Het wachten daar duurde toch wel heel lang. Vele auto’s passeerde de roadblock in de richting die ik ook moest hebben en sinds bijna alle auto’s langs mijn bestemming zouden rijden, begon ik wel te twijfelen aan de moeite die de agenten voor mij deden. Ze maakte het echter helemaal goed na 40 minuten toen ze het ideale vervoer voor me hadden gevonden. Het bleef dus dat ze de beste auto voor me wilde uitzoeken in plaats van een krakkemikkige auto. Dit was achteraf een hele goede keuze, want de kilometerteller ging redelijk vaak over de 120km/h wat vele andere auto’s hier nooit zouden kunnen bereiken. Daarnaast waren de vader en zoon in de auto ook hartstikke gezellig en hoefde ik ze enkel te ‘betalen’ met mijn e-mailadres.

De lodge stond in het midden van het reservaat wat erg groot is. Ik had dus genoeg mogelijkheden om het bos te verkennen en dat heb ik ook ervaren ook. Zo had ik al in mijn reisgids een perfecte route gevonden, maar het eerste pad leidde me al ergens anders heen, waardoor ik al snel hele andere delen van het bos zat te verkennen. Na de lunch deed ik nog een poging, maar ook deze keer liep ik niet de juiste weg. Dit maakte echter totaal niet uit, want in het bos waren echt overal paden die gevolgd konden worden. Af en toe kwam je dan een kudde koeien en/of geiten tegen, maar dat was het wel.

Tegen zonsondergang had ik het wel gezien met het rondstruinen en wilde ik graag het meer zien waar ik al de hele dag naar opzoek was. Met de reisgids in mijn hand vanaf het begin weer begonnen en uiteindelijk toch de juiste route gevonden. Het meer bereikte ik dan ook net voor zonsondergang en het was het toch wel waard.

De volgende dag, op zondag wilde ik al weer terug, maar ik was wel afhankelijk van een lift. Dit bleek echter erg moeilijk te zijn, omdat er op zondag totaal geen verkeer is. Ik moest dus eerst 4 kilometer lopen tot ik bij een dorpje aankwam. Daar konden de kinderen me een heuse bushalte aanwijzen waar ik kon wachten en daar begon ik me toch wel zorgen te maken. Vooral omdat de enige andere wachtende hopeloos op de straatkant zat te wachten.

Het eerste busje dat langs kwam zat prop vol. De bestuurder deed nog veel moeite bagage bovenop mensen te zetten, waarna de wachtende vrouw nog net gebogen tegen de deur in het busje kon staan. Voor mij was er echter totaal geen mogelijkheid, dus keek ik rustig toe hoe het busje met de onderkant bijna het asfalt raakte een heuvel probeerde te klimmen.

Voor mij was het echter ook niet heel slecht gesteld toen er na 10 minuten een truck langs kwam rijden die terug kwam van houtkappen. Ik kon achterin klimmen met drie houthakkers en er was genoeg zitplaats op de zakken zaagsel of de machine zelf. Onderweg werd er nog wat echter hout ingeslagen, maar verder totaal geen oponthoud.

De werkweek begon rustig. De studenten waren druk met examens leren en op maandag was iedereen vrij, omdat het zaterdag een nationale feestdag was. In mijn ogen erg raar, maar het schijnt dat de bevolking echt een vrije dag wil als het een feestdag is geweest. Prima voor deze keer, want de fathers hadden plannen om naar Nkhata Bay te gaan en ik was daar ook voor uitgenodigd. En zo zat ik opnieuw in de achterbak samen met father Antony, terwijl de cabine gevuld werd door 5 zusters en father Sojan. In Mzuzu nog drie Indiase vrienden van de fathers opgepikt, waarna ik met een hele groep Indiërs op weg was naar het meer.

Het zouden echter meer Indiërs worden dan 10. Voor de lunch waren we namelijk uitgenodigd bij Indiase zakenmannen die dichtbij het meer woonde en daar hebben we uitgebreid gebarbecued.  Direct mijn eiwitgehalte vertienvoudigd met het vele vlees en vervolgens door om op het strand te luieren.

Woensdag was de dag waarop Thomas en ik de stad in trokken om wat gezelligs te doen. We konden een lift krijgen van een kleine melkwagen die helemaal afgeladen zat met melkbussen en zo waren we binnen 20 minuten in de stad. Thomas wilde me heel graag het museum laten zien wat niet erg veel voorstelde. Toch was het wel leuk, omdat Thomas heel enthousiast alles aan het uitleggen was over de tradities die er te zien waren. Vervolgens wilde ik hem een bedankje geven en bleek dat ze kleding het meest nodig hadden. De kledingmarkt dus over gestruind en uiteindelijk een mooie broek gevonden.

Na de gezellige morgen op mijn kosten geluncht. Thomas wilde echter niet dat ik te veel geld ervoor uitgaven, waardoor we al snel midden op de markt bij een houten tafeltje zaten en we voor de helft van de prijs konden eten. Dat was ook het moment dat ik me bedacht dat dit wel een hele slechte plek is voor een westerse toerist door de vele mogelijke bacteriën. Zo was de keuken niet te zien en was de kip al wat lauw. Toch was het prima en ben ik er uiteindelijk ook niet ziek van geworden. En het mooiste nog wel: de eigenaar van het ‘restaurant’  was helemaal blij dat ze een blanke gast had.

De laatste paar dagen stonden in het teken van mijn vertrek. Overdag bestond mijn werk uit het nakijken van examens en ’s avonds waren de afscheidsfeesten. Het eerste feestje was door de fathers gepland op de donderdagavond. Het was tegelijk met een verjaardag van een van de broeders en om het wat feestelijker te maken hadden ze ook de bisschop uitgenodigd.

De bisschop was nu niet direct een rolmodel en was vooral bezig met het veel drinken van wijn en het opscheppen over hoeveel hij wel niet had. Ondertussen zag ik hoe iedereen zich hieraan zat te irriteren en direct ook te negeren. Toch waren er nog genoeg andere mensen om het gezellig mee te hebben, waardoor de bisschop veel minder opvallend was.

De laatste avond vond ik zelf nog wel het leukst. Dit was het afscheid van het gastgezin. De kip was de dag ervoor al geslacht en er was nog genoeg vlees over. Het werd echter opgevrolijkt door frisdrank! Heerlijke Coca Cola voor Thomas en mij en Fanta voor de kinderen en zijn vrouw. Nou worden de kinderen echt hartstikke blij als ze frisdrank krijgen. Zo houden ze het dopje elke keer weer op hun flesje na een klein slokje en zo gaat het flesje meer dan een uur mee. Daarnaast was iedereen vooral heel vrolijk en vlogen de Engelse woordjes voor de laatste(?) keer door de woonkamer.

Na het eten samen met Thomas patrouille gelopen langs de hostels. Het meiden hostel was al compleet verlaten, maar de jongens waren nog met zo’n 8 man. Het grappige was dat ze langs het meiden hostel waren gegaan om oude of versleten schoenen op te halen en het resultaat: een hele grote stapel. Vrouwen zijn ook overal op de wereld hetzelfde ;). Gelukkig werden hier de schoenen goed gerecycled door deze om te zetten in warmte voor de jongens.

Foto’s